Deze website draagt het AnySurferlabel, een Belgisch kwaliteitslabel voor toegankelijke websites. Meer informatie vindt u op www.anysurfer.be.

Auditconvenant over energie-efficiëntie in de industrie
Home   |   Nieuws   |   Contact
Welkom op de website van de Commissie Auditconvenant

VGV's (FAQs)

Veel gestelde vragen in verband met het Auditconvenant.

De veelgestelde vragen in verband met het auditconvenant worden ingedeeld in volgende thema's:

Referentiejaar
Ondergrens 0,1 PJ
Activiteit en industrieel eindverbruik
Vestiging


1. Referentiejaar

Vraag:
Een bedrijf schommelt met zijn energieverbruik rond de ondergrens van 0,1 PJ primair energieverbruik per jaar. In functie van het gekozen referentiejaar ligt dit primair energieverbruik boven of onder de 0,1 PJ. Is er bepaald welk jaar als referentiejaar zal gelden? 2004? Of kan 2003 ook? Behoort zo'n bedrijf tot de doelgroep Auditconvenant?

Antwoord:
Overeenstemming met het Besluit Energieplanning: daar wordt gekozen voor het voorgaande jaar als referentiejaar, dus 2004. Overeenstemming met het Benchmarkingconvenant: ook hier werd voor het voorgaande kalenderjaar gekozen.


Algemeen 1:
Het kalenderjaar 2004 geldt als referentieperiode om uit te maken of het bedrijf behoort tot de doelgroep van het auditconvenant.
Als het bedrijf verwacht de volgende jaren een energieverbruik lager dan 0,1 PJ te zullen hebben, kan het vragen uitgesloten te worden van de doelgroep van het Auditconvenant. De Auditcommissie zal zich hierover uitspreken. Het bedrijf stuurt wel het best een Aanvraag van Deelname op.

[ Naar boven ]

2. Ondergrens 0,1PJ

Vraag:
Een bedrijf valt nu onder de bepalingen van het Benchmarkingconvenant aangezien het VER-plichtig is (nl. geïnstalleerd vermogen > 20 MW). Het bedrijf heeft het Benchmarkingconvenant niet ondertekend en kan bijgevolg niet genieten van de degressiviteit op de federale bijdrage en van de verminderde tarieven inzake accijnzen.
Door herstructureringen zal het bedrijf onder de 20 MW-grens duiken en dus niet meer VER-plichtig zijn en uit de doelgroep van het Benchmarkingconvenant vallen. Voorzien wordt dat deze omwisseling klaar is tegen midden november 2005.
Vanaf wanneer kan dit bedrijf toetreden tot het Auditconvenant?

Antwoord:
Vanaf het ogenblik van verandering van de status van het bedrijf naar niet VER-plichtig en in de veronderstelling dat het jaarlijks primair energieverbruik gelegen is tussen 0,1 PJ en 0,5 PJ, behoort dit bedrijf tot de doelgroep van het Auditconvenant.
Gebeurt deze verandering voor 10 december 2005 (zoals gesteld wordt in de vraag), dan kan het bedrijf toetreden tot 10 december 2005.
Gebeurt deze verandering na 10 december 2005, dan zal het bedrijf beschouwd worden als een nieuwkomer in de doelgroep van het Auditconvenant en is toetreden ook nog mogelijk.


Vraag:
Een bedrijf is toegetreden tot het Benchmarkingconvenant omwille van zijn VER-plichtig zijn. Door veranderingen in het bedrijf zijn ze niet VER-plichtig meer. Het energieverbruik is gelegen tussen 0,1 PJ en 0,5 PJ.
Kan dit bedrijf overstappen naar het Auditconvenant? Hoe zit het met het energieplan van dit bedrijf? Is dit bruikbaar als energieplan in kader van het Auditconvenant?

Antwoord:
Het bedrijf behoort niet meer tot de doelgroep van het Benchmarkingconvenant en moeten dus kunnen uitreden. Deze procedure loopt via de Commissie Benchmarking.
Eenmaal uit het Benchmarkingconvenant kan dit bedrijf toetreden tot het Auditconvenant. De strikte deadline van 10 december is hier niet van toepassing, aangezien het bedrijf beschouwd zal worden als een nieuwkomer in de doelgroep van het Auditconvenant.
Voor wat betreft de voordelen (verminderde tarieven accijnzen en degressiviteit van de federale bijdrage) is er echter geen haast bij. Ze krijgen immers beiden aangezien ze in een convenant zitten; dit voordeel is hetzelfde voor zowel Benchmarkingconvenant-bedrijven als Auditconvenant-bedrijven.
De energieplannen moeten gerecycleerd kunnen worden. Eventueel zijn kleinere aanpassingen nodig om volledig te voldoen aan de bepalingen van het energieplan in kader van het Auditconvenant.


Vraag:
Moet een bedrijf dat een jaarlijks primair energieverbruik heeft < 0,1 PJ ook tot het Auditconvenant toetreden om te kunnen genieten van de degressiviteit op de federale bijdrage op elektriciteit?

Antwoord:
Een bedrijf met een jaarlijks primair energieverbruik kleiner dan 0,1 PJ behoort niet tot de doelgroep van het Auditconvenant. Dit bedrijf zal echter wel kunnen genieten van de degressiviteit op de federale bijdrage op elektriciteit aangezien in de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005 staat dat de degressiviteit geldt voor alle eindafnemers behalve voor deze die geen convenant hebben ondertekend waarvoor ze in aanmerking komen. Aangezien het bedrijf met een jaarverbruik kleiner dan 0,1 PJ niet in aanmerking komt voor een convenant, zal het automatisch kunnen genieten van de degressiviteit.


Algemeen 2:
De ondergrens van 0,1 PJ wordt strikt aangehouden. Bedrijven die momenteel een jaarlijks energieverbruik hebben kleiner dan 0,1 PJ en zouden willen toetreden tot het Auditconvenant (omdat er bijvoorbeeld vooruitzichten zijn dat de ondergrens in de toekomst overschreden zou worden), kunnen een verklaring van deelname opsturen naar minister Peeters. Zij zullen in eerste instantie op een wachtlijst terecht komen. Na verstrijken van de toetredingsdeadline (10 december 2005), zal geëvalueerd worden hoeveel bedrijven uit de doelgroep 0,1 PJ - 0,5 PJ zijn toegetreden. Als na evaluatie blijkt dat er nog ruimte is bij het VAV (Verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen) om de kandidaat-toetreders uit de doelgroep < 0,1 PJ ook op correcte en goede manier te behandelen/verwerken, dan zal aan deze bedrijven toegestaan worden toe te treden tot het Auditconvenant.
Indien de evaluatie duidelijk maakt dat er niet voldoende ruimte meer is bij het VAV dan zullen ze niet kunnen toetreden tot het Auditconvenant.

Algemeen 3:
Een bedrijf met een jaarlijks primair energieverbruik kleiner dan 0,1 PJ behoort niet tot de doelgroep van het Auditconvenant. Dit bedrijf kan momenteel dus nog niet toetreden tot het Auditconvenant. Indien het bedrijf na 10 december 2005 de ondergrens van 0,1 PJ overschrijdt, dan zal het bedrijf alsnog kunnen toetreden tot het Auditconvenant. Op het ogenblik van het overschrijden van de ondergrens wordt het bedrijf beschouwd als een nieuwkomer in de doelgroep van het Auditconvenant en als dusdanig behandeld. Dit houdt onder andere in dat het bedrijf nog kan toetreden tot het Auditconvenant.
Meer informatie omtrent de behandeling van nieuwkomers in het Auditconvenant staat beschreven in artikel 8, lid 3.

[ Naar boven ]

3. Activiteit en industrieel eindverbruik

Vraag:
Kan een bedrijf met een warmwaterproductie voor de verwarming met een jaarverbruik > 0,1 PJ toetreden tot het auditconvenant?

Antwoord:
Het Auditconvenant richt zich op industriële eindverbruikers van energie. Naast de vereiste van een minimum jaarlijks primair energieverbruik van 0,1 PJ is dus ook de activiteit van het bedrijf bepalend of het kan toetreden tot het Auditconvenant. Hierbij is de NACE-code van de bedrijfsactiviteit bepalend. Bedrijven die alleen aan energietransformatie doen behoren niet tot de doelgroep van dit convenant.


Algemeen 4:
Het Auditconvenant richt zich op industriële eindverbruikers (zie ook artikel 2) en het verbeteren van de energie-efficiëntie van de procesinstallaties van deze industriële vestigingen. Zo worden bijvoorbeeld handel en diensten uitgesloten.
De ingesloten activiteiten binnen de doelgroep van het Auditconvenant zijn de secties C en D uit de NACE-code, dus de NACE-codes van 10 tot en met 37.

[ Naar boven ]

4. Vestiging

Vraag:
Bedrijf X ontvangt de energiefactuur en rekent door aan de bedrijf Y, gelegen op dezelfde site.

1. Op welke basis (som van de bedrijven of elk bedrijf afzonderlijk) wordt het primair energieverbruik dan gerekend?
2. Wie kan er dan toetreden tot het auditconvenant?

Situatie 1
Bedrijf X treedt toe. Moet bedrijf Y dan ook nog toetreden?

Situatie 2
Bedrijf X treedt niet toe. Kan bedrijf Y dan nog toetreden?

Antwoord:
Zowel situatie 1 als situatie 2 zijn mogelijk zonder dat het andere bedrijf (Y) verplicht kan worden toe te treden. Het Auditconvenant is een vrijwillige overeenkomst tussen een bedrijf en de Vlaamse Overheid. In de geschetste situatie liggen bedrijven X en Y op eenzelfde site. Het wordt toegelaten dat de bedrijven toetreden tot het Auditconvenant als een multisite. Dit wil zeggen dat beide bedrijven als één partij toetreden tot het Auditconvenant.
De mogelijkheid om afzonderlijk toe te treden bestaat ook; enige voorwaarde is dan wel dat voor elk bedrijf afzonderlijk aan de toetredingsvoorwaarden voldaan is.


Vraag:
Op eenzelfde bedrijfssite zijn er twee bedrijven actief: bedrijf A en bedrijf B. Bedrijf A en bedrijf B worden als één economische eenheid beschouwd en hebben slechts één milieuvergunning. In september werd een hernieuwing van deze vergunning mét bijbehorend energieplan ingediend, volgens de bepalingen van het Besluit Energieplanning.
Men is van plan om toe te treden tot het auditconvenant.
Voor bedrijf A maakt de energiefactuur 7.8% van de omzet uit, maar indien men deze berekening maakt voor bedrijf A en bedrijf B samen dan zit men onder 3%.
Kan bedrijf A genieten van de verminderde tarieven inzake accijnzen voor energie-intensieve bedrijven?

Antwoord:
Indien alleen bedrijf A toetreedt tot het Auditconvenant dan zal het hier gaan om een energie-intensief bedrijf met convenant en zal bedrijf A kunnen genieten van de verminderde tarieven op accijnzen met een vermindering van 50%.
Indien de bedrijfsleiding er echter voor kiest om als multisite toe te treden tot het Auditconvenant dan zal deze multisite niet bestempeld worden als energie-intensief en valt de vermindering terug op 25%. Er kan ook voor gekozen worden om afzonderlijk toe te treden tot het Auditconvenant: dus zowel voor bedrijf A als voor bedrijf B. In dat geval zullen wel twee afzonderlijke energieplannen opgesteld moeten worden.


Vraag:
Afbakening van het begrip "vestiging". Gebeurt dit op milieutechnisch niveau (één milieutechnische eenheid?), of per rechtspersoon (stel een bedrijf heeft op zijn site 3 verschillende bedrijven met elk een rechtspersoon), of geografisch?.

Antwoord:
De afbakening van het begrip vestiging gebeurt meestal geografisch; in dit geval zullen de " verschillende bedrijven op de site dus beschouwd kunnen worden als één bedrijf waarvoor toegetreden kan worden tot het Auditconvenant, op multisite niveau dus.
Het mag, maar moet niet; de drie bedrijven kunnen ook afzonderlijk toetreden tot het Auditconvenant, zolang ze dan elk afzonderlijk maar voldoen aan de toetredingsvoorwaarden.


Vraag:
In verband met de toetredingsvoorwaarden tot het auditconvenant had ik volgende vraag : Kan een bedrijf, dat individueel een jaarverbruik beneden de 0,1 PJ heeft, via een combinatie met andere bedrijven toch toetreden ?

In dit concreet geval gaat het over volgende situatie:

Antwoord:
Toetreden tot het Auditconvenant is hier dus mogelijk, indien door combinatie met die andere bedrijven op de site de ondergrens van 0,1 PJ overschreden wordt en indien er één persoon is de combinatie van bedrijven rechtsgeldig kan vertegenwoordigen.


Algemeen 5:

Bedrijven, verschillende rechtspersonen, etc die zich fysisch op eenzelfde site bevinden mogen samen toetreden tot het Auditconvenant, als multisite. Enige voorwaarde is dat het engagement onderschreven kan worden door één rechtsgeldige vertegenwoordiger.
Afzonderlijk toetreden tot het Auditconvenant kan ook, als voldaan is aan de toetredingsvoorwaarden.


[ Naar boven ]





AnySurfer, Belgisch kwaliteitslabel voor toegankelijke websites      [ Pagina afdrukken]     [ Naar boven ]
Laatste aanpassing: 22/12/2015
© 2010- 2020 | Verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen
design by webnet. multimedia services